Vandaag is het internationale vrouwendag. Eerlijk gezegd, heb ik daar niet zo veel mee. Ik word ook een beetje moe van de strijd tussen man en vrouw. Dat constant de aandacht ligt op alles waarin vrouwen nog niet gelijkwaardig zijn aan mannen. Telkens weer die salariskloof erbij halen. Telkens weer het aantal vrouwen in topbesturen aankaarten. Waarom leggen we de aandacht niet op wat er allemaal wel is gerealiseerd?
Ik zie namelijk wel vrouwen in topfuncties. Ik zie regelmatig vrouwelijke ministers voorbij komen. In ons land en in andere landen. Ik zie dat Nieuw Zeeland een vrouwelijke premier heeft. En wat dichterbij, ik heb jarenlang gewerkt in een bedrijf met een vrouwelijke directeur. Mijn moeder heeft altijd gewerkt, zelfs mijn oma en overgrootmoeder werkte.
Ook als ondernemer voel ik niet dat ik minder kansen heb of minder betaald zou worden dan mijn mannelijke collega’s. Sterker nog, ik denk juist dat ik als ondernemer mijn talenten optimaal kan inzetten.
Wat ik wel heb gemerkt is dat ik jarenlang het idee had dat ik als vrouw me moest gedragen als een man. Dat ging niet zozeer om de buitenkant, maar meer om de binnenkant. Ik durfde me best vrouwelijk te kleden met jurkjes en pumps. Ik ging niet vermomd als man naar het werk. Maar ik dacht wel dat ik me zo moest gedragen. Al tijdens mijn studietijd zat ik vooral tussen de mannen en had ik het gevoel one of the guys te moeten zijn. Dat is in mijn werk ook gebleven. Ik snap ook wel dat het me uiteindelijk nooit lukte. Dat voelde weleens eenzaam. Je hoorde er nooit echt bij, want je was nu eenmaal geen man.
Het leek ook wel alsof ik me schaamde voor mijn vrouwelijke eigenschappen. Ik wilde als onafhankelijke vrouw gezien worden en daarbij hoorde: daadkracht, resultaatgerichtheid, besluitvaardigheid, doorzettingsvermogen en een bepaalde hardheid. Toen ik moeder werd, kon ik niet meer om mijn vrouwelijke eigenschappen heen. Het voelde alsof ik in een andere wereld van zachtheid, meebewegen, aanvoelen, inleven en luisteren kwam. Allemaal dingen die ik wel in me had, maar zelden liet zien.
Ik had als hoogopgeleide vrouw ook het idee dat ik het niet leuk mocht vinden om te koken, om thuis te zijn bij mijn kinderen, om de koffie voor mijn man in te schenken. Ik walgde er zelfs van. Hadden die feministen dan voor niets hun werk gedaan? Maar iets in mij hield er ook van. Ik zie mezelf nog staan met 35 graden in zo’n stacaravan op een Franse camping achter de gaspitjes. Mijn man buiten op een ligstoel en de kinderen spelend met water. Voelde ik mij verplicht om te koken? Helemaal niet. Was het me opgedragen vanuit een rolpatroon? Helemaal niet. Ik koos er zelf voor en ik deed het met liefde en plezier.
Vrouwendag of niet. Het lijkt mij het allerbelangrijkste dat je alle delen van jezelf accepteert ongedacht wat de omgeving daarvan vindt. Dat geldt voor vrouwen. En dat geldt voor mannen. Er is trouwens ook een mannendag – 19 november. Laat dat een reminder zijn voor mannen dat zij ook best man mogen zijn. En nog wel een typische ook.