‘Hoeveel kilometer is het nog tot Lyon?’ vraag ik vanaf de achterbank met een notitieboek op mijn schoot en pen in mijn hand. Mijn moeder houdt de kaart weer omhoog en zegt: ‘Dat duurt nog wel even, nog meer dan 100 kilometer.’ IJverig als ik ben, schrijf ik het meteen op. Net zoals de plaatsnamen die ik onderweg tegenkom en wat mijn vader en moeder tegen elkaar zeggen. En dat mijn moeder een nat washandje op het voorhoofd van mijn vader legt.
Handdoeken voor het raam. Caravan aan de trekhaak. Flessen water bij mijn voeten. Mijn zusje die ongestoord op de gameboy zit. En ik die de hele rit vastlegt in een notitieboek.
Zo herinner ik mij onze vakanties naar Frankrijk. De handdoeken voor het raam zijn verdwenen. Er is airco voor in de plaats gekomen. Achter onze trekhaak geen caravan. En de gameboy is inmiddels verwisseld voor een Ipad, maar na een aantal vakanties met overgevende kinderen op de achterbank laten we die ook maar thuis.
Het notitieboek is gebleven. Nog steeds gaat er elk jaar een notitieboek mee op vakantie. Speciaal uitgekozen voor die vakantie. Altijd met heleboel mooie, intense zomerse kleuren. Om het zomergevoel extra te ervaren denk ik. Zelfs op een regenachtige dag.
Op vakantie schrijf ik. Dat is vanzelfsprekend. Ik schrijf over de rit er naar toe, over mijn ideeën, over gesprekken en over het weer. Gewoon wat er komt en waar ik zin in heb.
Schrijf jij ook op vakantie? Deed je dat als kind al?
Mocht je het zomerschrijfboek nog niet hebben, je kan het hier gratis downloaden.