Puzzelstukjes

Ik las ooit een verhaal over een kleuterjuf. Zij had 25 kinderen in haar klas. Ze gingen samen een puzzel maken. Elk kindje kreeg aan het begin van de week een puzzelstukje mee naar huis. Elk puzzelstukje werd genummerd. Elk kindje had een eigen puzzelstukje met een nummer. Aan het einde van de week verzamelden alle kinderen in de kring. Ieder kindje mocht het puzzelstukje neerleggen.

En wat bleek?

De puzzel was niet compleet. Er was een kindje ziek. En zo liet zij op eenvoudige wijze zien dat de wereld niet compleet is als wij niet komen opdagen. Als wij ons puzzelstukje niet in de puzzel plaatsen.

Het maakt niet uit welk puzzelstukje je hebt. Het is JOUW puzzelstukje. En er is niemand anders die hetzelfde stukje heeft. Er is niet een stukje belangijker dan het andere. Alle stukjes zijn net zo belangrijk. Elk stukje heeft een bijdrage aan het grotere geheel. Of jouw stukje nu in het midden ligt, aan de zijkant of in de hoek. Alle stukjes zijn evenveel waard. Ze hebben allemaal hun eigen plek in het geheel. Er is geen beter of slechter puzzelstukje. Het heeft ook geen zin om een ander puzzelstukje te willen zijn, want dan kan de puzzel niet worden gemaakt.

Leg je puzzelstukje neer. Ga er staan. Kom opdagen.