Ik stond voor de badkamerspiegel. Ik zag de steeds meer tekenende rimpels in mijn voorhoofd. Meteen begon ik met de toppen van mijn vingers de huid op mijn voorhoofd te masseren. Zo hard dat het pijn deed, want dan kan het bindweefsel zich herstellen en worden de rimpels minder.
Terwijl ik daar druk mee was, keek er nog iemand anders mee in de spiegel. Een soort van leeftijdsloze versie van mezelf. Ze keek als een liefhebbende moeder. Alsof ze precies snapte waar ik me zo druk over maakte en tegelijkertijd besefte dat het er niet toe deed.
Toen ik haar aanwezigheid voelde, liet ik mijn inmiddels rood geworden huid los. Ik keek naar mezelf. En zag haar door mij heen schijnen. Ik zag niet langer meer een ouder wordende vrouw die de strijd om de jeugd langzaam aan het verliezen was. Ik zag een mooie ouder wordende vrouw. Ik zag haar wijsheid. Ik zag de twinkeling in haar ogen die ze nooit verloren had. Ik zag de tijdloze versie van mezelf. Een versie die elke vrouw in zich heeft. Een versie die gekoesterd en geliefd mag worden.
Daarna smeerde ik mijn gezicht weer in met crème: vocht inbrengend tegen de rimpels. Maar ik keek niet langer met afschuw naar mezelf. Ik keek met liefde.