Torens vol met spiegels. Als het donker wordt, geven de vakjes licht. En dan gaan ze een voor een uit.
Wat doen we eigenlijk achter zo’n vakje? We zitten aan een bureau achter een scherm. We bellen. We vergaderen. We lopen heen en weer met stapels papier in onze handen. En als het licht uitgaat, gaan we achter elkaar in een hele lange rij staan. Soms kijken we elkaar aan, maar vaak zijn we in gedachten verzonken. Oneindig ver weg. We lijken wel machines.
Wij zijn toch geen machines? Is dit dan wat mensen doen? Wij doen het. Maar niet iedereen doet het. In de film ‘Down to Earth’ zag ik mensen in het bos lopen op zoek naar voedsel. Ik zag kinderen over het strand achter een bal aan rennen. Ik zie mensen lachen, praten, dansen.
Ik zie mezelf slepen met kerstbomen. Het land af, de aanhanger op en lossen bij een verkooppunt. Ik zie mensen lachen. Ik zie mensen praten. En als ik de zon onder zie gaan, spring ik op mijn fiets. En rijd ik naar huis. Daar doe ik het licht aan. En is er een kindje dat wil dansen met mama.
We hoeven niet achter een vakje te gaan zitten als wij dat niet willen. We hoeven niet te doen wat anderen doen. We mogen kiezen.