Het lijkt wel of zoeken mijn nieuwe natuur is geworden. Ik ben al jaren lang aan het zoeken. Naar zin, naar betekenis en naar geluk. Vaak dacht ik het gevonden te hebben. Maar zodra de nieuwigheid eraf was, begon het zoeken weer opnieuw.
Ergens maakte het me radeloos. Zou ik ooit wel vinden wat ik zocht? En waar zocht ik nu eigenlijk naar?
Het was me inmiddels al lang duidelijk dat ik niet zocht naar een grote, meeslepende droom om waar te maken. Maar dat er helemaal niets zou zijn, dat kon ik ook niet verteren.
Stapje voor stapje kwam ik dichterbij. Steeds vaker zocht ik antwoorden van binnen in mezelf en niet buiten mezelf. Ik werd me bewust van terugkerende patronen. Toen ik ze eenmaal zag, was ik in staat ze te doorbreken. Ook weer geleidelijk aan. Toen aan het licht kwam dat ik graag wilde schrijven, was ik niet meteen opgelucht. Alhoewel ik een moment van euforie ervoer, sloten de tentakels van negatieve overtuigingen zich al snel weer om mij heen.
Ik zat gevangen in een web. Net zoals voorheen. Echter had ik nu de schat gezien en die wilde ik mee naar huis nemen. Mijn zoektocht had nu betekenis gekregen. Ik wist waarvoor ik het deed.
Toen ik mezelf van de tentakels had bevrijd en begon met schrijven, wist ik het. Ik wist dat dit was wat ik het allerliefste deed. Ik hoefde nergens heen. Ik wilde niet meer zoeken. Alles was goed. Ik was thuis. En weet je hoe het voelde? Het was pure, zuivere liefde.
Ik herkende dit gevoel. Ik had het namelijk eerder ervaren. Toen ik mijn man ontmoette en toen mijn kinderen geboren werden. Het was herkenning. Het was alsof het er altijd was geweest.
Zoek binnen in jezelf naar die liefde. Pel de lagen af. Laat je masker vallen. Het hoeft niet allemaal in een keer. Het mag stap voor stap. Beetje bij beetje.