In januari 2018 begon ik met schaatsles (op noren). Mijn man had les en mij overgehaald ook mee te gaan. In de kerstvakantie deed ik een proefles,. Blijkbaar was ik 1 van de weinigen die voor het eerst op noren schaatsten, want iedereen schaatsten zo weg. Ik was al blij dat ik op de ijzers bleef staan en keek de leraar vragend aan. “Gewoon gaan, links rechts, links rechts,” zei hij. Ik ging. Mijn eerste rondje op noren. Zonder te vallen.
Ik besloot deel te nemen aan de cursus. Ik wilde wel goed leren schaatsen.
Zo gezegd. Zo gedaan.
Het schaatsen was uitdagend. Daarmee bedoel ik: echt ontzettend moeilijk. Er kwam veel techniek bij kijken. En de leraar zei: “Na les 999 kun je schaatsen.” Ik durfde niet eens uit te rekenen hoeveel jaar ik dan bezig zou zijn. En ach, ik wilde gewoon lekker schaatsen en pootje over door de bocht. Dan was ik al lang tevreden. En toen we na 9 lessen aan de hand van een medecursist pootje over gingen oefenen, dacht ik er al te zijn. Niets bleek minder waar.
Zodra de schaatsbaan in september open was, ging ik er heen. Even kijken of ik het nog kon. Goed, ik bleef nog op mijn schaatsen staan. Nog een blok met schaatslessen volgde. Wat bleek? Voor schaatsen heb je lef nodig. In de bocht moet je durven hangen, anders lukt het niet om pootje over te doen. En om dat te durven, heb je vertrouwen nodig. In het begin paste ik nog de techniek toe die ik vroeger bij autorijles toepaste als ik over een smal bruggetje moest rijden: ‘ogen dicht en gewoon gaan.’ Een soort van dwars door de angst heen. Daar ging de angst niet mee over, want ik wist gewoon niet wat ik deed. Bij schaatsen werkte dit ook niet.
Dan maar een andere tactiek: beheersing.
In januari, bij de start van een nieuw blok met lessen, nam ik me voor goed op de techniek te letten. Dus de oefeningen met aandacht te doen, ook al waren ze moeilijk. En het werkte. Ik voelde controle. Voor het eerst niet bang om te vallen. Voor het eerst echt plezier als ik over het ijs gleed.
En toen kwam het moment dat ik het kon.
Gisteren deed ik mijn schaatsen aan en ging op het ijs staan. Ik voelde stabiliteit. Ik voelde vertrouwen. Ik ging ‘als vanzelf’. We deden de hele les bochtoefeningen. En toen kwam het. “Wie durft en het vertrouwen voelt, mag de bocht alleen doen. Twee rondjes!”
Ik ging. Ik voelde vertrouwen. Ik ging hangen en: pootje over. En weer. En weer. En vanbinnen gooide ik mijn armen in de lucht en sloeg een vreugdekreet.
Soms is iets moeilijk uitdagend, maar als het dan toch lukt is de vreugde des te groter.